Beschrijving: De inschrijver die niet in orde is met zijn verplichtingen inzake de betaling van de sociale zekerheidsbijdragen wordt uitgesloten van deelname aan overheidsopdrachten, ongeacht in welke fase de procedure zich bevindt. Hiertoe zal het bestuur zelf langs elektronische weg (Digiflow) overgaan tot de controle van de situatie van de inschrijver met betrekking tot de RSZ. Zijn eveneens uitgesloten van deelname aan de plaatsingsprocedures, in welke fase dan ook, inschrijvers die niet voldoen aan hun verplichtingen inzake de betaling van belastingen en heffingen. Het Bestuur zal overgaan tot de controle langs elektronische weg (Digiflow) van de situatie van de inschrijver met betrekking tot zijn fiscale verplichtingen ten overstaan van de FOD Financiën. Kunnen toch toegelaten worden tot de procedure: inschrijvers die geen sociale of fiscale schuld hebben van meer dan € 3000 of die een van de vrijgestelde situaties bedoeld in artikelen 62 en 63 van het KBP kunnen doen gelden. * Buitenlandse kandidaten of inschrijvers voegen bij hun offerte een attest waaruit blijkt dat ze hebben voldaan aan hun fiscale verplichtingen volgens de wettelijke bepalingen van het land waar ze gevestigd zijn. * Een attest afgeleverd door de bevoegde overheid dat bevestigt dat de buitenlandse inschrijver heeft voldaan aan zijn verplichtingen op het vlak van de betaling van de sociale zekerheidsbijdragen, tot en met inbegrip van het voorlaatste verstreken kalendertrimester voor de datum van ontvangst van de offertes, conform de bepalingen van het land waar de werknemers zijn gevestigd, conform art. 70 wet 17/06/2017 O.O. – corrigerende maatregelen. 1.4. Illegaal verblijvende onderdanen van een derde land Wanneer de opdrachtnemer of de onderaannemer een afschrift ontvangt van de kennisgeving die wordt bedoeld in artikel 49/2, alinea 4 van het Sociaal Strafwetboek, waarin wordt gemeld dat hij in België een of meerdere onderdanen van een derde land die hier onwettelijk verblijven, tewerkstelt, ziet die opdrachtnemer of onderaannemer met onmiddellijke ingang af van zijn recht om zich naar de plaats te begeven waar de opdracht wordt uitgevoerd of om de opdracht te blijven uitvoeren tot op het moment dat de aanbestedende overheid iets anders beslist. Hetzelfde geldt wanneer de opdrachtnemer of de onderaannemer op de hoogte wordt gebracht: - ofwel door de opdrachtnemer of door de aanbestedende overheid, naargelang van het geval, dat ze de kennisgeving hebben ontvangen, die is voorzien in artikel 49/2, paragraaf 1 en 2 van het Sociaal Strafwetboek, met betrekking tot deze onderneming; - ofwel via de aanplakking voorzien in artikel 35/12 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon van werknemers, dat hij in België een of meer onderdanen van een derde land tewerkstelt die hier illegaal verblijven. Overigens dient de opdrachtnemer of de onderaannemer in de overeenkomsten voor onderaanneming die hij eventueel zou sluiten, een bepaling op te nemen die stelt dat: 1° de onderaannemer niet meer naar de plaats van de uitvoering van de opdracht gaat of de uitvoering van de opdracht niet meer voortzet, wanneer een kennisgeving die werd opgesteld in uitvoering van artikel 49/2 van het Sociaal Strafwetboek, aantoont dat die onderaannemer een onderdaan van een derde land tewerkstelt die hier illegaal verblijft; 2° de niet-naleving van de verplichting die in punt 1° wordt bedoeld, als een zware fout vanwege de onderaannemer wordt beschouwd, die voor de aannemer voldoende reden kan zijn om het contract op te zeggen; 3° de onderaannemer in zijn contracten voor onderaanneming een vergelijkbare bepaling moet opnemen met de bepaling die bedoeld wordt in de punten 1° en 2° en moet nagaan of die bepalingen ook in de latere contracten voor onderaanneming worden opgenomen. 1.5. Verschuldigd loon aan zijn werknemers Wanneer de opdrachtnemer of de onderaannemer een afschrift ontvangt van de kennisgeving die wordt bedoeld in artikel 49/1, alinea 3 van het Sociaal Strafwetboek, waarin wordt gemeld dat hij ernstig in gebreke blijft met betrekking tot de tijdige betaling aan zijn werknemers van het loon waarop zij recht hebben, ziet die opdrachtnemer of onderaannemer met onmiddellijke ingang af van zijn recht om zich naar de plaats te begeven waar de opdracht wordt uitgevoerd of om de opdracht te blijven uitvoeren tot op het moment dat hij aan de aanbestedende overheid het bewijs kan voorleggen dat de betreffende werknemers hun volledige loon hebben ontvangen. Dit geldt ook wanneer de opdrachtnemer of onderaannemer op de hoogte wordt gebracht: - ofwel door de opdrachtnemer of door de aanbestedende overheid, naargelang van het geval, dat ze de kennisgeving hebben ontvangen, die is voorzien in artikel 49/1, paragraaf 1 van het Sociaal Strafwetboek, met betrekking tot deze onderneming; - hetzij via het aanplakken van het bericht dat voorzien is door artikel 35/4 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers. Overigens dient de opdrachtnemer of de onderaannemer in de overeenkomsten voor onderaanneming die hij eventueel zou sluiten, een bepaling op te nemen die stelt dat: 1° de onderaannemer niet meer naar de plaats van de uitvoering van de opdracht gaat of de uitvoering van de opdracht niet meer voortzet, wanneer een kennisgeving die werd opgesteld in uitvoering van artikel 49/1 van het Sociaal Strafwetboek aantoont dat die onderaannemer ernstig in gebreke blijft met betrekking tot zijn verplichting om aan zijn werknemers tijdig het loon te betalen waarop zij recht hebben; 2° de niet-naleving van de verplichting die in punt 1° wordt bedoeld, als een zware fout vanwege de onderaannemer wordt beschouwd, die voor de aannemer voldoende reden kan zijn om het contract op te zeggen; 3° de onderaannemer in zijn contracten voor onderaanneming een vergelijkbare bepaling moet opnemen met de bepaling die bedoeld wordt in de punten 1° en 2° en moet na