Beschrijving: * De kandidaat-inschrijvers leggen, zoals vermeld in artikel 73 van de wet van 17 juni 2016, het door hen ingevulde Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) voor dat bestaat uit een eigen verklaring en dat door de aanbestedende overheid als voorlopig bewijs wordt aanvaard ter vervanging van door overheidsinstanties of derden afgegeven documenten of certificaten die bevestigen dat de betrokken ondernemer aan alle hierna vermelde voorwaarden voldoet: Hij bevindt zich niet in een van de uitsluitingssituaties als bedoeld in de artikelen 67 tot 69 van de wet van 17 juni 2016 betreffende overheidsopdrachten. Dit behelst de verplichte uitsluitingsgronden (artikel 67), de uitsluitingsgronden in verband met fiscale en sociale schulden (artikel 68), en de facultatieve uitsluitingsgronden (artikel 69). En voldoet aan de toepasselijke selectiecriteria als vastgesteld overeenkomstig artikel 71 van de wet van 17 juni 2016. Hij voldoet, indien van toepassing, aan de objectieve regels en criteria voor de beperking van het aantal kandidaten, als vastgesteld overeenkomstig artikel 79. Het niet toevoegen van dit document, het verstrekken van onvolledige of incorrecte informatie op dit document heeft de uitsluiting tot gevolg. Indien een verplichte of facultatieve uitsluitingsgrond van toepassing is op de kandidaat, mag de kandidaat, conform artikel 70 Wet Overheidsopdrachten, bewijzen dat de corrigerende maatregelen die hij heeft genomen voldoende zijn om zijn betrouwbaarheid aan te tonen ondanks de toepasselijke uitsluitingsgrond. Als de aanbestedende overheid dat bewijs toereikend acht, wordt de betrokken kandidaat niet uitgesloten van de plaatsingsprocedure. Deze bepaling is individueel van toepassing op de deelnemers die samen als een combinatie een aanvraag tot deelneming indienen, alsook op entiteiten op wiens draagkracht de kandidaat een beroep doet met het oog op het voldoen aan de eisen inzake kwalitatieve selectie. De verplichte uitsluitings-gronden zijn ook van toepassing in hoofde van personen die lid zijn van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de kandidaat of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controle-bevoegdheid hebben. Gezien de onderstaande bewijsstukken door de aanbestedende overheid niet kosteloos digitaal kunnen opgevraagd worden, dient de kandidaat volgende attesten toe te voegen aan zijn kandidatuurstelling: Uittreksel uit het strafregister (of een evenwaardig document uitgereikt door een gerechtelijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst) niet ouder dan 6 maanden op de uiterste datum van indiening van de offertes, waaruit de professionele integriteit blijkt van de kandidaat (indien inschrijving van rechtspersoon); De gecoördineerde statuten van de inschrijver indien het om een rechtspersoon gaat; Het bewijs dat de ondertekenaar van de kandidatuurstelling in de gestelde hoedanigheid gemachtigd is om dat te doen. Opgelet: buitenlandse inschrijvers die zelf, of hun personeel, niet onderworpen zijn aan de Belgische regelgeving, dienen bij hun offerte wel de bewijsstukken te voegen dat zij hun verplichtingen (inzake sociale en fiscale verplichtingen, niet-faling, …) hebben vervuld volgende de desbetreffende wettelijke bepalingen van het land waar ze gevestigd zijn. Concreet: Een recent attest van de bevoegde overheid waaruit blijkt dat de inschrijver zich niet in staat van faillissement, liquidatie, gerechtelijk akkoord of een soortgelijke toestand bevindt; Een recent attest van de bevoegde overheid waaruit blijkt dat de inschrijver voldaan heeft aan zijn fiscale verplichtingen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is; Een recent attest van de bevoegde overheid waaruit blijkt dat de inschrijver voldaan heeft aan de vereisten inzake betaling van de sociale zekerheidsbijdragen. Om geldig te zijn moet de kandidatuurstelling worden gedateerd en ondertekend door de perso(o)n(en) die gemachtigd zijn om de vennootschap te verbinden. Overeenkomstig de Belgische overheidsopdrachtenreglementering behoudt de aanbestedende overheid, in elke fase van de gunningsprocedure, het recht om een kandidaat uit te sluiten die, bij een in kracht van gewijsde gegane strafrechtelijke uitspraak, is veroordeeld voor een misdrijf dat zijn professionele integriteit aantast. De niet-naleving van strafrechtelijk sanctioneerbare milieu- en sociale wetgeving kan worden beschouwd als een misdrijf dat de professionele integriteit aantast. Zodra dit is vastgelegd in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest, kan dit als uitsluitingsgrond worden gebruikt, ongeacht de stand van de procedure. Onder sociale wetgeving wordt onder andere verstaan: het decreet van 10 juli 2008 inzake een kader voor het Vlaamse gelijke kansen- en gelijke behandelingsbeleid, de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, de wet van 10 mei 2007 tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde, door racisme of xenofobie ingegeven daden, en de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen. * Het UEA, waarmee de ondernemer verklaart dat hij zich niet bevindt in een van de uitsluitingssituaties als bedoeld in de artikelen 67 tot 69 van de wet van 17 juni 2016. Artikel 70 van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten is van toepassing. Voor de in artikel 67 van de wet bedoelde uitsluitingsgronden deelt de gegadigde of inschrijver op eigen initiatief mee of hij bij het begin van de procedure de in artikel 70, lid 1, bedoelde corrigerende maatregelen heeft genomen. * Overeenkomstig de Belgische overheidsopdrachtenreglementering heeft de aanbestedende overheid, in elke fase van de gunningsprocedure, de mogelijkheid om de kandidaat/inschrijver uit te sluiten die, bij wijze van een in kracht van gewijsde gegane strafrechtelijke uitspraak veroordeeld werd voor een misdrijf dat zijn professionele inte