Louter nationale uitsluitingsgronden: Overeenkomstig artikel 66, § 2, eerste lid, van de wet van 17 juni 2016 en de artikelen 62 en 63 van het KB van 18 april 2017, gaat de aanbestedende overheid eerst na of de inschrijvers hebben voldaan aan hun sociale en fiscale verplichtingen, binnen de 20 dagen na de limietdatum. Daarna vraagt de aanbestedende overheid, voor de feitelijke gunning van de opdracht, overeenkomstig de artikelen 66, § 2, derde lid, en 73, § 3, tweede lid, van de wet van 17 juni 2016 en artikel 72, § 2, van het KB van 18 april 2017 de verschillende bewijsstukken op die aantonen dat er geen gronden zijn om de beoogde opdrachtnemers(s) uit te sluiten zoals bedoeld in de artikelen 67, 68 en 69, eerste lid, 2°, van de wet van 17 juni 2016. De aanbestedende overheid controleert enerzijds zelf de gratis beschikbare documenten die hij kan opvragen via een elektronische databank. Anderzijds zal ze de volgende documenten opvragen bij de beoogde opdrachtnemer(s): - recente uittreksels uit het strafregister : van de inschrijver (d.w.z. van de rechtspersoon indien het om een vennootschap gaat, op voorwaarde dat dit document bestaat in het land waar hij is gevestigd , of een gelijkwaardig document ) alleen voor buitenlandse bedrijven, indien dit niet via een elektronische aanvraag kan worden geverifieerd, een document waaruit blijkt dat de inschrijver niet in staat van faillissement verkeert of in een andere soortgelijke situatie verkeert.