Beschrijving: Art. 67 Verplichte uitsluitingsgronden (Overheidsopdrachtenwet 17 juni 2016) Tenzij in het geval waarbij de kandidaat of inschrijver, overeenkomstig artikel 70, aantoont toereikende maatregelen te hebben genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen sluit de aanbestedende overheid een kandidaat of inschrijver van deelname aan de plaatsingsprocedure uit, in welk stadium van de procedure ook, wanneer zij heeft vastgesteld of anderszins ervan op de hoogte is dat deze kandidaat of inschrijver door een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde veroordeeld is om een van de volgende misdrijven : 1. deelname aan een criminele organisatie als bedoeld in art. 324bis van het Strafwetboek of in artikel 2 van Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit; 2. omkoping als bedoeld in art. 246 en 250 van het Strafwetboek of in artikel 3 van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn of in artikel 2.1, van Kaderbesluit 2003/568/JBZ van de Raad van 22 juli 2003 inzake de bestrijding van corruptie in de privésector; 3. fraude als bedoeld in art. 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, goedgekeurd door de wet van 17 februari 2002; 4. terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten als bedoeld in artikel 137 van het Strafwetboek of in de zin van de artikelen 1 of 3 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding, dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of strafbaar feit als bedoeld in artikel 4 van genoemd kaderbesluit; 5. witwassen van geld of financiering van terrorisme als bedoeld in art. 5 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme of in de zin van artikel 1 van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme;; 6. kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel als bedoeld in artikel 433quinquies van het Strafwetboek of in de zin van artikel 2 van Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad; 7. het tewerkstellen van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen in de zin van artikel 35/7 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers of in de zin van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van vreemde arbeiders De verplichting tot uitsluiting van inschrijver is ook van toepassing wanneer de bij onherroepelijk vonnis veroordeelde persoon lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van deze kandidaat of inschrijver of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft. Art. 68 Uitsluitingsgrond in verband met fiscale en sociale schulden (Overheidsopdrachtenwet 17 juni 2016) De aanbestedende overheid sluit de inschrijver van deelname aan de plaatsingsprocedure uit, behalve om dwingende redenen van algemeen belang, in welk stadium van de procedure dan ook indien deze niet blijkt te voldoen aan zijn verplichtingen tot betaling van belastingen enerzijds of socialezekerheidsbijdragen anderzijds tenzij: - Wanneer het onbetaald gebleven bedrag het bedrag van 3.000 euro niet overschrijdt - Wanneer de inschrijver uitstel van betaling heeft verkregen en de betalingen daartoe strikt nakomt - Wanneer de inschrijver kan aantonen dat hij op de aanbestedende overheid, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn. Deze schuldvorderingen moeten ten minste gelijk zijn aan de achterstallige afbetaling van de fiscale dan wel de sociale schulden verminderd met 3.000 euro. De inschrijver heeft evenwel de mogelijkheid zich eenmalig in de regel te stellen ten opzichte van de sociale en fiscale verplichtingen nadat een eerste maal werd vastgesteld dat de inschrijver op dit vlak niet voldeed aan de eisen. Indien de inschrijver, die zich in een uitsluitingsgeval bevindt, zich op corrigerende maatregelen wil beroepen, moeten deze genomen maatregelen expliciet in de offerte worden beschreven. Art. 69 Facultatieve uitsluitingsgronden (Overheidsopdrachtenwet 17 juni 2016) Tenzij in het geval waarbij inschrijver, overeenkomstig artikel 70, aantoont toereikende maatregelen te hebben genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen, kan de aanbestedende overheid, in elk stadium van de plaatsingsprocedure, een inschrijver van deelname aan deze procedure uitsluiten, in de volgende gevallen 1. die de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 7 van de Overheidsopdrachtenwet inzake het milieu-, sociaal en arbeidsrecht heeft geschonden; 2. die in staat van faillissement of van vereffening verkeert, die zijn werkzaamheden heeft gestaakt, die een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of die in een vergelijkbare toestand verkeert als gevolg van een gelijkaardige procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen; 3. die aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor wie een procedure van vereffening aanhangig is, die een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of die het voorwerp is van een gelijkaardige procedure bestaande in andere nationale reglementeringen; 4. die bij rechterlijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan, veroordeeld is geweest voor een misdrijf dat zijn professionele integriteit aantast; 5. die bij zijn beroepsuitoefening een ernstige fout heeft begaan waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken; 6. die hande