Vzw Arteveldehogeschool

Raamovereenkomst voor het uitvoeren van kleine elektriciteitswerken + het uitvoeren van ad hoc-interventies


AANKONDIGING VAN EEN OPDRACHT
Uittreksel uit de officiële tekst. Gelieve de volledige officiële tekst in bijlage te raadplegen.
AFDELING I. AANBESTEDENDE DIENST
VZW Arteveldehogeschool
Hoogpoort 15, BE-9000 Gent
Contact: De Poorter Griet Gerard
E-mail: overheidsopdrachten@arteveldehs.be
Internet adres(sen): www.arteveldehs.be
AFDELING II.VOORWERP VAN DE OPDRACHT
II.1. BESCHRIJVING
II.1.1. Door de aanbestedende dienst aan de opdracht gegeven benaming:
Raamovereenkomst voor het uitvoeren van kleine elektriciteitswerken + het uitvoeren van ad hoc-interventies
II.1.2. Type opdracht en plaats van uitvoering van de werken, levering van de goederen of verlening van de diensten:
Type opdracht: Werken.
Belangrijkste plaats van uitvoering van de werken: Regio Gent
II.1.5. Korte beschrijving van de opdracht of de aankoop/aankopen:
Raamovereenkomst voor het uitvoeren van kleine elektriciteitswerken + het uitvoeren van ad hoc-interventies.
II.1.8. Verdeling in percelen: Neen.
II.2. HOEVEELHEDEN OF OMVANG VAN DE OPDRACHT
AFDELING III. JURIDISCHE, ECONOMISCHE, FINANCIËLE EN TECHNISCHE INLICHTINGEN
VOORWAARDEN VOOR DEELNEMING
III.2.1. Persoonlijke situatie van ondernemers:
Deze bepalingen zijn individueel toepasselijk op alle deelnemers die samen een offerte indienen als combinatie zonder rechtspersoonlijkheid.
Artikel 61 van het KB Plaatsing is van toepassing:
§1: overeenkomstig artikel 20 van de wet wordt in elk stadium van de gunningsprocedure uitgesloten van de toegang ertoe, de inschrijver die bij rechterlijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan en waarvan de aanbestedende overheid kennis heeft, veroordeeld is voor:
1. deelname aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek;
2. omkoping als bedoeld in artikel 246 en 250 van het Strafwetboek;
3. fraude als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, goedgekeurd door de wet van 17 februari 2002;
4. witwassen van geld als bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme.
§2: overeenkomstig artikel 20 van de wet kan in elk stadium van de gunningsprocedure worden uitgesloten van de toegang ertoe, de inschrijver die:
1. in staat van faillissement of van vereffening verkeert, die zijn werkzaamheden heeft gestaakt, die een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of die in een vergelijkbare toestand verkeert als gevolg van een gelijkaardige procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen;
2. aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor wie een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of die het voorwerp is van een gelijkaardige procedure bestaande in andere nationale reglementeringen;
3. bij rechterlijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan, veroordeeld is geweest voor een misdrijf dat zijn professionele integriteit aantast;
4. bij zijn beroepsuitoefening een ernstige fout heeft begaan;
5. niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake betaling van zijn sociale zekerheidsbijdragen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 62;
6. niet in orde is met de betaling van zijn belastingen volgens de Belgische wetgeving of die van het land waar hij gevestigd is, overeenkomstig de bepalingen van artikel 63;
7. zich in ernstige mate heeft schuldig gemaakt aan het afleggen van valse verklaringen bij het verstrekken van inlichtingen, opeisbaar bij toepassing van dit hoofdstuk, of die deze inlichtingen niet heeft verstrekt.
Artikel 20, §1/1 van de Wet Overheidsopdrachten is van toepassing: behalve om dwingende redenen van algemeen belang wordt in elk stadium van de gunningsprocedure uitgesloten van de toegang ertoe, de inschrijver van wie is vastgesteld dat hij als werkgever illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld als bedoeld in de wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Deze bepaling geldt op dezelfde manier ten aanzien van de entiteit waarop de inschrijver een beroep doet, wanneer de draagkracht van die entiteit bepalend is voor de selectie van de inschrijver. De uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten geldt voor ten hoogste vijf jaar.
Artikel 61, §4 van het KB Plaatsing is van toepassing: het loutere feit van de indiening van de offerte vanwege de inschrijver vormt zijn impliciete verklaring op erewoord dat hij zich niet in één van de uitsluitingsgevallen bevindt als bedoeld in §1 en §2 van artikel 61 van het KB Plaatsing, en het artikel 20, §1/1 van de Wet Overheidsopdrachten.
Deze impliciete verklaring op erewoord heeft weliswaar niet tot gevolg dat er geen enkele controle op het vlak van de uitsluitingsgronden meer zou gebeuren door de aanbestedende overheid, alvorens de gunningsbeslissing te nemen.
De inschrijver voegt bij zijn offerte de volgende bewijzen:
 Inzake de fiscale verplichtingen:
de inschrijver voegt een attest bij de offerte waaruit blijkt dat voldaan is aan de fiscale verplichtingen (personen- of vennootschapsbelasting en BTW-verplichtingen) overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land van vestiging. Het attest betreft de fiscale toestand vóór de uiterste indieningsdatum van de offerte (artikel 63 van het KB Plaatsing). Voor een Belgische inschrijver controleert de aanbestedende overheid zelf de naleving van de fiscale verplichtingen ten opzichte van de FOD Financiën, en is dus het bijvoegen aan de offerte van dit attest niet vereist.
 Inzake de verplichtingen "sociale zekerheid":
1. voegt de inschrijver die personeel tewerkstelt dat niet onderworpen is aan de Belgische wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders, een attest bij zijn offerte van de bevoegde overheid, waarin bevestigd wordt dat hij volgens de rekening die ten laatste de uiterste indieningsdatum van de offerte is opgemaakt, op die datum voldaan heeft aan de voorschriften inzake betaling van de bijdragen voor sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is (artikel 62, §2 van het KB Plaatsing).
2. voor de inschrijvers die personeel tewerkstellen dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders, betreft dit het attest bedoeld in artikel 62, §1 van het KB Plaatsing. Dit attest moet niet bij de offerte worden gevoegd, omdat het door de aanbestedende overheid zelf wordt opgevraagd.
Indien de inschrijver zowel door 1) als 2) beoogd personeel tewerkstelt, zijn de beide bepalingen toepasselijk.
Het attest van niet-faillissement wordt door de aanbestedende overheid gratis via elektronische weg opgevraagd, dit conform artikel 60, §1 van het KB Plaatsing.
De volgende documenten worden opgevraagd bij de inschrijver:
voor wat betreft artikel 61, §1 en §2, 3° van het KB Plaatsing: de inschrijver dient een uittreksel uit het strafregister of een evenwaardig document uitgereikt door een gerechtelijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst, en waaruit blijkt dat aan de gestelde eisen is voldaan, toe te voegen aan zijn offerte. Dit uittreksel is maximaal 3 maand oud op de uiterlijke datum van indiening van de offerte.
De inschrijver verstrekt de overige door de artikelen 61 tot en met 66 van het KB Plaatsing vereiste bewijzen op eenvoudig, eerste verzoek van de aanbestedende overheid.
III.2.2. Economische en financiële draagkracht:
Om de aanbestedende overheid toe te laten de financiële en economische draagkracht van de inschrijvers te evalueren, wordt een verklaring gevraagd betreffende de totale omzet over de laatste drie beschikbare boekjaren, afhankelijk van de oprichtingsdatum of van de datum waarop de inschrijver met zijn activiteit is begonnen, voor zover de betrokken omzetcijfers beschikbaar zijn.
De omzetverklaring, opgesteld overeenkomstig het model bepaald in Bijlage 2 van onderhavig bestek, dient bij de offerte te worden gevoegd.
Indien de inschrijver om redenen die hij moet verantwoorden, niet in staat is de gevraagde referenties over te leggen, kan hij zijn economische en financiële draagkracht aantonen met andere documenten die de aanbestedende overheid geschikt acht.
Minimale eis: de aanbestedende overheid eist hieromtrent dat elke inschrijver een totale jaarlijkse omzet bewijst van minimaal 210000?.
Voor een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid wordt het totaal aan omzet van de combinatie aan deze minimale eis getoetst.
Bovenstaande doet geen afbreuk aan de wetgeving betreffende de erkenning van aannemers van werken, die de verplichte basisvoorschriften inzake financieel, economisch en technisch vermogen vastlegt
Erkenning:
Klasse: Klasse 3 : tot 500.000 EUR, Categorie: P
Artikel 74 van het KB Plaatsing is van toepassing: indien de inschrijver zich beroept op de draagkracht van andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van zijn band met die entiteiten, toont hij de aanbestedende overheid aan dat hij zal beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen, door overlegging van de verbintenis van deze entiteiten om de inschrijver dergelijke middelen ter beschikking te stellen. De inschrijver gebruikt hiervoor Bijlage 6 van onderhavig bestek en voegt het ingevulde document (1 document afzonderlijk in te vullen door elk van de andere entiteiten) bij de offerte.
Indien de inschrijver een beroep doet op een andere entiteit om zijn bekwaamheid aan te tonen, voegt hij bij zijn offerte de expliciete verklaring op eer, ondertekend door deze entiteit, dat deze zich niet in één van de door artikel 61 van het KB Plaatsing en artikel 20, §1/1 van de Wet Overheidsopdrachten bedoelde uitsluitingstoestanden bevindt. De inschrijver gebruikt voor het laten invullen van de expliciete verklaring op eer eveneens Bijlage 6 van onderhavig bestek en voegt het document bij de offerte (1 document afzonderlijk in te vullen door elk van de andere entiteiten).
De aanbestedende overheid beperkt de mogelijkheid om zich te beroepen op de draagkracht van een andere entiteit wanneer deze laatste het toegangsrecht is ontzegd op grond van artikel 21 van de Wet Overheidsopdrachten.
Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van inschrijvers zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of van andere entiteiten.
III.2.3. Vakbekwaamheid:
De technische bekwaamheid of beroepsbekwaamheid van de inschrijver wordt beoordeeld aan de hand van het/de volgende bij de offerte te voegen document/documenten: een lijst van de werken die de afgelopen vijf jaar werden verricht, welke lijst vergezeld gaat van attesten die bewijzen dat de belangrijkste werken naar behoren zijn uitgevoerd. Deze attesten worden afgeleverd en ondertekend door de bevoegde overheid. Wanneer de opdrachtgever een privépersoon is, worden ze door hem afgeleverd en ondertekend, zo niet wordt een eenvoudige verklaring van de aannemer aanvaard. (In het laatste geval: de inschrijver vult hiertoe Bijlage 3 van onderhavig bestek in en voegt het document bij de offerte).
De attesten vermelden het bedrag van de werken, de plaats en het tijdstip waarop ze werden uitgevoerd. Voorts wordt aangegeven of de werken volgens de regels van de kunst zijn uitgevoerd en regelmatig tot een goed einde zijn gebracht. In voorkomend geval worden de attesten door de bevoegde instantie rechtstreeks aan de aanbestedende overheid toegezonden.
Minimale eis: de aanbestedende overheid eist hieromtrent dat elke inschrijver bewijst dat hij in de loop van de voorbije vijf jaren ten minste 3 opdrachten van gelijke aard en omvang van onderhavige opdracht succesvol heeft uitgevoerd. Met 'opdracht succesvol heeft uitgevoerd' wordt in dit document bedoeld: een raamovereenkomst met een jaarlijkse gelijke aard en omvang waarvan minstens 2 jaar looptijd verstreken is op de uiterlijke datum voor het indienen van de offerte. De attesten van goede uitvoering, die dienen te worden toegevoegd aan de offerte, vermelden de aanvang van de looptijd van de raamovereenkomst en de datum(s) en looptijd van de eventuele verlenging(en), alsook de aard en de waarde (in ?) van de jaarlijks bestelde en tot voldoening van de opdrachtgever geleverde werken.
Bovenstaande doet geen afbreuk aan de wetgeving betreffende de erkenning van aannemers van werken, die de verplichte basisvoorschriften inzake financieel, economisch en technisch vermogen vastlegt.
Erkenning:
Klasse: Klasse 3 : tot 500.000 EUR, Categorie: P
Artikel 74 van het KB Plaatsing is van toepassing: indien de inschrijver zich beroept op de draagkracht van andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van zijn band met die entiteiten, toont hij de aanbestedende overheid aan dat hij zal beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen, door overlegging van de verbintenis van deze entiteiten om de inschrijver dergelijke middelen ter beschikking te stellen. De inschrijver gebruikt hiervoor Bijlage 6 van onderhavig bestek en voegt het ingevulde document (1 document afzonderlijk in te vullen door elk van de andere entiteiten) bij de offerte.
Indien de inschrijver een beroep doet op een andere entiteit om zijn bekwaamheid aan te tonen, voegt hij bij zijn offerte de expliciete verklaring op eer, ondertekend door deze entiteit, dat deze zich niet in één van de door artikel 61 van het KB Plaatsing en artikel 20, §1/1 van de Wet Overheidsopdrachten bedoelde uitsluitingstoestanden bevindt. De inschrijver gebruikt voor het laten invullen van de expliciete verklaring op eer eveneens Bijlage 6 van onderhavig bestek en voegt het document bij de offerte (1 document afzonderlijk in te vullen door elk van de andere entiteiten).
De aanbestedende overheid beperkt de mogelijkheid om zich te beroepen op de draagkracht van een andere entiteit wanneer deze laatste het toegangsrecht is ontzegd op grond van artikel 21 van de Wet Overheidsopdrachten.
Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van inschrijvers zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of van andere entiteiten.
AFDELING IV. PROCEDURE
IV.1. TYPE PROCEDURE:
Versnelde onderhandelingsprocedure. Motivering voor het gebruik van een versnelde procedure: Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmakingArtikel 26, §2, 1°, d van de Wet Overheidsopdrachten van 15 juni 2006 en artikel 105, §2, 1° van het KB Plaatsing van 15 juli 2011.
IV.2. GUNNINGSCRITERIA:
Laagste prijs.
IV.3. ADMINISTRATIEVE INLICHTINGEN
IV.3.3. Voorwaarden voor de verkrijging van bestekken en aanvullende documenten of een beschrijvend document
Termijn voor ontvangst van aanvragen voor documenten of voor toegang tot documenten: 26/04/2017 - 16:00
Tegen betaling verkrijgbare documenten: Neen.
IV.3.4. Termijn voor ontvangst van inschrijvingen of deelnemingsaanvragen: 11/05/2017 - 16:00
AFDELING VI: AANVULLENDE INLICHTINGEN
VI.3. NADERE INLICHTINGEN
Het bestek dient via e-mail te worden opgevraagd door de potentiële inschrijvers. E-mailadres: overheidsopdrachten@arteveldehs.be
VI.5. DATUM VAN VERZENDING VAN DEZE AANKONDIGING: 18/04/2017

Annonces similaires du BDA :