Stad Vilvoorde

Oproep tot aanvraag tot deelneming - Promotieopdracht van werken voor het ontwerpen, bouwen en prefinancieren van nieuwe infrastructuur ten behoeve van de stedelijke basisschool De Groene Planeet.


AANKONDIGING VAN EEN OPDRACHT
Uittreksel uit de officiële tekst. Gelieve de volledige officiële tekst in bijlage te raadplegen.
AFDELING I. AANBESTEDENDE DIENST
stad Vilvoorde
stadhuis - Grote Markt, BE-1800 Vilvoorde
Tel: +32 22554511 Fax: +32 22554539 
Internet adres(sen): www.vilvoorde.be
AFDELING II.VOORWERP VAN DE OPDRACHT
II.1. BESCHRIJVING
II.1.1. Door de aanbestedende dienst aan de opdracht gegeven benaming:
Oproep tot aanvraag tot deelneming - Promotieopdracht van werken voor het ontwerpen, bouwen en prefinancieren van nieuwe infrastructuur ten behoeve van de stedelijke basisschool De Groene Planeet
II.1.2. Type opdracht en plaats van uitvoering van de werken, levering van de goederen of verlening van de diensten:
Type opdracht: Werken.
Belangrijkste plaats van uitvoering van de werken: stedelijke basisschool De Groene Planeet, Trekelsstraat (Karel), Karel Trekelsstraat 30 te 1800 Vilvoorde
II.1.5. Korte beschrijving van de opdracht of de aankoop/aankopen:
De opdracht heeft betrekking op de uitvoering van een promotieopdracht van werken, in de zin van artikel 3, 11° van de wet van 15 juni 2006, bestaande uit het ontwerpen, bouwen en prefinancieren van nieuwe infrastructuur ten behoeve van de stedelijke basisschool De Groene Planeet, gelegen te 1800 Vilvoorde, Trekelsstraat (Karel) 30.
De huidige schoolinfrastructuur is sterk verouderd en bevindt zich grotendeels in slechte toestand. Nieuwbouw in combinatie met renovatie is dan ook meer dan noodzakelijk.
De stad Vilvoorde is de inrichtende macht van de stedelijke basisschool De Groene Planeet en ook eigenaar van de schoolinfrastructuur.
In deze hoedanigheid treedt de stad Vilvoorde op als opdrachtgever voor deze opdracht.
Met het uitschrijven van deze opdracht zoekt de opdrachtgever een team, dat in staat is om de nieuwe schoolinfrastructuur te ontwerpen, te bouwen en te prefinancieren.
II.1.8. Verdeling in percelen: Neen.
II.2. HOEVEELHEDEN OF OMVANG VAN DE OPDRACHT
AFDELING III. JURIDISCHE, ECONOMISCHE, FINANCIËLE EN TECHNISCHE INLICHTINGEN
VOORWAARDEN VOOR DEELNEMING
III.2.1. Persoonlijke situatie van ondernemers:
De kandidaat mag niet beantwoorden aan de uitsluitingscriteria, zoals opgenomen in artikel 20 van de wet van 15 juni 2006 en de artikelen 61 §§ 1 en 2, 62 en 63 van het KB van 15 juli 2011 ('Toegangsrecht') en hierna opgesomd.
Hetzelfde geldt voor de deelgenoten van een samenwerkingsverband en, in voorkomend geval, de aangewezen onderaannemer(s).
In functie van wijzigingen aan de wet resp. het KB kan de opdrachtgever beslissen om deze uitsluitingscriteria lopende de procedure uit te breiden.
Eerste uitsluitingscriterium
De kandidaat / deelgenoot van een samenwerkingsverband / aangewezen onderaannemer mag niet bij een rechterlijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan en waarvan de opdrachtgever kennis heeft, veroordeeld zijn voor:
1° deelname aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek;
2° omkoping als bedoeld in artikel 246 en 250 van het Strafwetboek;
3° fraude als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, goedgekeurd door de wet van 17 februari 2002;
4° witwassen van geld als bedoeld in artikel 5 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme;
Wordt eveneens in elk stadium van de procedure uitgesloten van de toegang ertoe, de kandidaat van wie is vastgesteld dat hij als werkgever illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld als bedoeld in de wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen.
Tweede uitsluitingscriterium
De kandidaat / deelgenoot van een samenwerkingsverband / aangewezen onderaannemer mag zich niet in één van de volgende gevallen bevinden:
1° zich bevinden in staat van faillissement of vereffening, zijn werkzaamheden hebben gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie hebben ondergaan, of die in een vergelijkbare toestand verkeren als gevolg van een gelijkaardige procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen;
2° een aangifte van faillissement hebben gedaan, voor wie een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is of die het voorwerp is van een gelijkaardige procedure bestaande in andere nationale reglementeringen;
Derde uitsluitingscriterium
De kandidaat / deelgenoot van een samenwerkingsverband / aangewezen onderaannemer mag bij een rechterlijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan, niet veroordeeld zijn geweest voor een misdrijf dat zijn professionele integriteit aantast.
Vierde uitsluitingscriterium
De kandidaat / deelgenoot van een samenwerkingsverband / aangewezen onderaannemer mag bij zijn beroepsuitoefening geen ernstige fout begaan hebben.
Vijfde uitsluitingscriterium
§ 1. De kandidaat / deelgenoot van een samenwerkingsverband / aangewezen onderaannemer die personeel in dienst heeft dat is onderworpen aan de wet van 27 juni 1969, die het wetsbesluit van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid van de werknemers herziet, moet in regel zijn met de bijdragen in het kader van de sociale zekerheid.
Is in regel, hij die tot en met het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming (vierde kwartaal 2015) :
1° aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid alle vereiste aangiften heeft overgemaakt, tot en met diegene die slaan op het kalenderkwartaal bedoeld in het vorige lid en
2° die voor deze aangiften geen achterstallige bijdrageschuld heeft van meer dan 3 000 euro of voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen en de afbetalingen daarvan strikt in acht neemt.
Evenwel, zelfs wanneer de bijdrageschuld groter is dan 3 000 euro, zal de kandidaat / deelgenoot van een samenwerkingsverband / aangewezen onderaannemer in orde bevonden worden indien hij, alvorens de beslissing over de selectie van de kandidaten wordt genomen, al naargelang, aantoont dat hij, op het einde van het kalenderkwartaal bedoeld in het tweede lid, op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, van de wet of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 2, 2°, van de wet, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 3 000 euro na, ten minste gelijk is aan de achterstallige bijdrageschulden.
§ 2. De kandidaat / deelgenoot van een samenwerkingsverband / aangewezen onderaannemer die personeel uit een andere lidstaat van de Europese Unie tewerkstelt en dat niet beoogd is door § 1, moet aantonen dat hij, volgens de rekening die ten laatste de uiterste dag bepaald voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming, al naargelang, is opgemaakt, op die datum voldaan heeft aan de voorschriften inzake betalingen van de bijdragen voor sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is.
§ 3. Indien de kandidaat / deelgenoot van een samenwerkingsverband / aangewezen onderaannemer personeel tewerkstelt dat zowel door § 1 als § 2 wordt beoogd, zijn de bepalingen van beide paragrafen toepasselijk.
Zesde uitsluitingscriterium
De kandidaat / deelgenoot van een samenwerkingsverband / aangewezen onderaannemer moet voldoen aan zijn fiscale verplichtingen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is. Voor een Belgische kandidaat / deelgenoot van een samenwerkingsverband / aangewezen onderaannemer geldt dit wat betreft de fiscale verplichtingen ten aanzien van de FOD Financiën.
De kandidaat / deelgenoot van een samenwerkingsverband / aangewezen onderaannemer voldoet hieraan in de mate hij geen schuld heeft van meer dan 3 000 euro, of voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen en de afbetalingen daarvan strikt in acht neemt.
Hij voldoet alsnog, zelfs indien de schuld groter is dan 3 000 euro, indien hij, alvorens de selectiebeslissing genomen wordt, aantoont dat hij op een aanbestedende overheid of een overheidsbedrijf één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden is en waarvan het bedrag op 3 000 euro na, ten minste gelijk is aan de achterstallige afbetaling van zijn fiscale schulden.
Voor te leggen documenten
De opdrachtgever heeft via elektronische middelen kosteloze toegang tot een aantal inlichtingen, op basis waarvan kan nagegaan worden of de Belgische kandidaat, en desgevallend de Belgische deelgenoot van een samenwerkingsverband en/of de Belgische aangewezen onderaannemer(s), al dan niet onder één of meer van voornoemde uitsluitingscriteria valt.
Het betreft met name de volgende documenten, gerelateerd aan de uitsluitingscriteria:
?het attest niet-faillissement of soortgelijke toestanden;
?het rsz-attest;
?het btw-attest;
?het attest fiscale schulden.
De Belgische kandidaat, en desgevallend de Belgische deelgenoot van een samenwerkingsverband en/of de Belgische aangewezen onderaannemer(s), dienen deze documenten bijgevolg niet bij hun aanvraag tot deelneming te voegen.
Wat betreft het in orde zijn met de fiscale verplichtingen, zal de opdrachtgever overeenkomstig artikel 63 § 2, vierde lid van het KB van 15 juli 2011 de toestand van de Belgische kandidaat, en desgevallend de Belgische deelgenoot van een samenwerkingsverband en/of de Belgische aangewezen onderaannemer, binnen de 48 uur na het uiterste tijdstip voor het indienen van de aanvragen tot deelneming, verifiëren.
In het model van aanvraag tot deelneming voor de kandidaten, zoals opgenomen in respectievelijk de bijlagen 2 en 3 van de selectieleidraad, is betreffende de uitsluitingscriteria een verklaring op eer opgenomen. Voor de aangewezen onderaannemer is deze verklaring op eer opgenomen in de verklaring van onderaanneming, zoals opgenomen in bijlage 4 van de selectieleidraad.
De Belgische kandidaat, en desgevallend de Belgische deelgenoot van een samenwerkingsverband en/of de Belgische aangewezen onderaannemer(s) dient bij zijn aanvraag tot deelneming wél een recent (maximum 1 maand oud) uittreksel uit het centraal strafregister te voegen, waaruit blijkt dat hij:
 niet bij een vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, veroordeeld is geweest voor deelname aan criminele organisaties, omkoping, fraude of witwassen;
 niet bij een vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, veroordeeld is geweest voor een misdrijf dat de professionele integriteit aantast;
 niet is veroordeeld omwille van tewerkstelling van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen.
De buitenlandse kandidaat, en desgevallend de buitenlandse deelgenoot van een samenwerkingsverband en/of de buitenlandse aangewezen onderaannemer(s), dient bij de aanvraag tot deelneming volgende documenten te voegen:
- een verklaring op eer, waarbij hij verklaart niet aan de uitsluitingscriteria, zoals vermeld in artikel 6.1., te voldoen. Deze verklaring op eer is opgenomen in het model van aanvraag tot deelneming voor de kandidaten, zoals opgenomen in respectievelijk de bijlagen 2 en 3 van de selectieleidraad.
Voor de aangewezen onderaannemer is de verklaring op eer met betrekking de uitsluitingscriteria opgenomen in de verklaring van onderaanneming, zoals opgenomen in bijlage 4 van de selectieleidraad.
- een attest van een bevoegd administratief organisme, waaruit blijkt dat de kandidaat / deelgenoot van een samenwerkingsverband / aangewezen onderaannemer, m.b.t. het vierde kwartaal 2015 in orde is met zijn sociale verplichtingen;
- een recent (maximum 1 maand oud) attest van een bevoegd administratief organisme, waaruit blijkt dat de kandidaat / deelgenoot van een samenwerkingsverband / aangewezen onderaannemer in orde is met zijn fiscale verplichtingen;
- een recent (maximum 1 maand oud) attest van een bevoegd administratief organisme, waaruit blijkt dat hij:
 niet bij een vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, veroordeeld is geweest voor deelname aan criminele organisaties, omkoping, fraude of witwassen;
 niet bij een vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, veroordeeld is geweest voor een misdrijf dat de professionele integriteit aantast;
 niet is veroordeeld omwille van tewerkstelling van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen.
III.2.2. Economische en financiële draagkracht:
De opdrachtgever hecht bijzondere aandacht aan een stevige en gezonde economische en financiële draagkracht van de opdrachtnemer. Dit is immers een fundamentele voorwaarde voor de opdracht.
De kandidaat moet daarom aantonen dat hij financieel en economisch voldoende draagkrachtig is om de opdracht uit te voeren en om de gevraagde engagementen aan te gaan zonder dat zich een financieel risico voordoet voor de opdrachtgever. De huidige financiële positie van de kandidaat dient voldoende waarborgen te bieden om te kunnen voldoen aan de financieringsverplichting, vervat in deze opdracht.
Volgende criteria inzake de financieel-economische draagkracht zullen gezamenlijk in beschouwing worden genomen bij deze beoordeling, en dienen voldoende te zijn in verhouding tot de omvang van de opdracht:
- het niveau van de omzet over de laatste twee afgesloten boekjaren;
- de financiële toestand (o.m. het eigen vermogen en de schuldpositie, het bedrijfskapitaal, de liquiditeitsratio en de rentabiliteitsratio);
- beroepsverzekering architect.
Een kandidaat kan zich in voorkomend geval beroepen op de draagkracht van een onderaannemer of andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van zijn band met die entiteiten. Het gaat in dit geval om een aangewezen onderaannemer. De kandidaat moet bij zijn aanvraag tot deelneming een verklaring op eer van deze aangewezen onderaannemer voorleggen, ondertekend door een bevoegd persoon, waaruit blijkt dat deze aangewezen onderaannemer over de vereiste draagkracht beschikt en dat de kandidaat in het geval van toewijzing van de opdracht hiervoor een beroep zal kunnen doen op de aangewezen onderaannemer, bijvoorbeeld door te kunnen beschikken over de financiële middelen die ter aanduiding van de financiële en economische draagkracht worden ingeroepen. Het model van verklaring op eer van de aangewezen onderaannemer is opgenomen in bijlage 4 - model verklaring op eer - aangewezen onderaannemer bij de selectieleidraad.
Voor te leggen documenten
De financiële en economische draagkracht van de kandidaat wordt aangetoond door de volgende documenten:
- de enkelvoudig én geconsolideerde jaarrekeningen van de twee boekjaren van de kandidaat die eindigen in resp. 2014 en 2015, zoals neergelegd bij de Balansencentrale van de Nationale Bank of zoals ze zal neergelegd worden voor het boekjaar dat eindigt op of na 31/12/2015, of een gelijkwaardig document. Indien de kandidaat een samenwerkingsverband vormt, moeten die rekeningen voor elke deelgenoot van het samenwerkingsverband en van iedere entiteit op wiens economische en financiële draagkracht de kandidaat zich beroept, worden voorgelegd. In geval de kandidaat een bedrijfsrevisor heeft aangesteld, dienen de jaarrekeningen te zijn goedgekeurd door deze bedrijfsrevisor. In de andere gevallen dient de jaarrekening te zijn ondertekend door een wettelijk vertegenwoordiger van de kandidaat.
- attest van een geldige beroepsverzekering architect.
De opdrachtgever heeft via elektronische middelen kosteloze toegang tot de jaarrekeningen, neergelegd bij de Nationale Bank, van de Belgische kandidaten, en desgevallend de Belgische deelgenoot van een samenwerkingsverband en/of de Belgische aangewezen onderaannemer(s).
De Belgische kandidaat, en desgevallend de Belgische deelgenoot van een samenwerkingsverband en/of de Belgische aangewezen onderaannemer(s), kunnen derhalve verwijzen naar deze neergelegde jaarrekening en dienen deze documenten bijgevolg niet bij de aanvraag tot deelneming te voegen.
De buitenlandse kandidaten, en desgevallend buitenlandse deelgenoten van een samenwerkingsverband en/of de buitenlandse aangewezen onderaannemer(s), dienen deze documenten wél bij de aanvraag tot deelneming te voegen.
zie supra
III.2.3. Vakbekwaamheid:
Van de kandidaat wordt verwacht dat hij over de nodige deskundigheid en ervaring in alle aspecten van de opdracht beschikt.
De technische bekwaamheid van de kandidaat zal beoordeeld worden aan de hand van zijn ervaring in de hierna volgende basisdisciplines:
- het ontwerpen;
- het bouwen;
- het financieren;
- het projectmanagement.
Ervaring opgedaan in een tijdelijke handelsvennootschap (of in een andere consortiumvorm), wordt slechts in aanmerking genomen, indien aangetoond wordt dat de onderneming die de ervaring inroept, daadwerkelijk instond voor de uitvoering van de prestatie, waarvoor de referentie aangehaald wordt en ook verantwoording droeg voor de uitvoering.
Een kandidaat kan zich in voorkomend geval beroepen op de technische bekwaamheid van een onderaannemer of andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van zijn band met die entiteiten. Het gaat in dit geval om een aangewezen onderaannemer. De kandidaat moet bij zijn aanvraag tot deelneming een verklaring op eer van deze aangewezen onderaannemer voorleggen, ondertekend door een bevoegd persoon, waaruit blijkt dat deze aangewezen onderaannemer over de vereiste technische bekwaamheid beschikt en dat de kandidaat in het geval van toewijzing van de opdracht hiervoor een beroep zal kunnen doen op de aangewezen onderaannemer, bijvoorbeeld door te kunnen beschikken over het personeel en de technische middelen. Het model van verklaring op eer van de aangewezen onderaannemer is opgenomen in bijlage 4 - model verklaring op eer - aangewezen onderaannemer bij de selectieleidraad.
Basisdiscipline 1 - het ontwerpen
De kandidaat stelt voor het ontwerpen van de opdracht een projectteam samen (architect, stabiliteitsingenieur, ingenieur technieken, ingenieur akoestiek, veiligheidscoördinator, EPB-verslaggever, ev. landschapsarchitect, .). Dit projectteam dient over de nodige studie- en beroepskwalificaties te beschikken, evenals over de nodige ervaring, bij voorkeur m.b.t gebouwen van minstens een gelijkaardige omvang (4 à 4,5 miljoen euro (excl. btw)) en bij voorkeur ook met betrekking tot schoolgebouwen.
De architect moet ingeschreven zijn op de tabel van de Orde der Architecten. Architecten die onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie of van een Staat die partij is bij het akkoord betreffende de Europese Economische Ruimte, moeten genieten van de machtiging bedoeld in artikel 8 van de Wet van 26 juni 1963 houdende oprichting van een Orde van Architecten en de activiteiten van architect wettelijk uitoefenen in de staat waar ze gevestigd zijn.
De architect moet ook minimaal twee opdrachten uitgevoerd hebben, waarbij hij een gebouw met een publieke functie van minstens een gelijkaardige omvang (4 à 4,5 miljoen euro (excl. btw)) en bij voorkeur ook een schoolgebouw, ontworpen heeft. De opdrachten moeten ontworpen zijn in de laatste vijf jaar en minstens moet de ontwerpopdracht voltooid zijn. De goede uitvoering hiervan dient aangetoond te worden.
De kandidaat moet in staat zijn om de continuïteit van de uitvoering - basisdiscipline ontwerpen - van de opdracht te kunnen waarborgen, ook bij verlof en ziekte van de als voor deze opdracht verantwoordelijk gestelde architect.
Indien de kandidaat het voornemen heeft een gedeelte van de opdracht in onderaanneming te geven, wordt per deel van de opdracht in onderaanneming een opgave verwacht van de onderaannemer(s) en een toelichting van hun relevante studie- en beroepskwalificaties. Zij maken in voorkomend geval eveneens deel uit van het projectteam.
Basisdiscipline 2 - het bouwen
De kandidaat moet ervaring hebben met het bouwen van gebouwen met minimum een gelijkaardig volume.
De kandidaat moet ook voldoen aan de erkenningsreglementering, en moet minstens over een erkenning bouwwerken D1 klasse 7 beschikken.
Indien de kandidaat het voornemen heeft om een gedeelte van de opdracht in onderaanneming te geven, wordt per deel van de opdracht in onderaanneming een opgave verwacht van de onderaannemer(s) en desgevallend de erkenning waarover ze beschikken.
Basisdiscipline 3 - het financieren
Er zijn twee mogelijkheden, afhankelijk van de vraag of de kandidaat wenst dat de financier zelf bij de opdracht betrokken wordt, dan wel of de kandidaat bij een erkende financiële instelling een lening aangaat:
- hypothese 1: ofwel wordt de financier actief betrokken bij de aanvraag tot deelneming en maakt hij deel uit van de kandidaat of treedt hij op als onderaannemer, waarbij deze zich verbindt om tot de financiering van deze opdracht over te gaan. De financier toont ook zijn ervaring met projectfinanciering van dergelijke omvang aan, evenals dat hij op basis van zijn omzet en zijn jaarrekening voldoende draagkracht heeft om dergelijke opdracht te financieren ; in de mate dat de financier een erkende financiële bankinstelling is, wordt deze voldoende draagkracht en ervaring vermoed.
- hypothese 2: ofwel neemt de kandidaat nog geen financier in zijn aanvraag tot deelneming op, maar dan dient hij wel nu reeds een steunverklaring van een erkende financiële instelling voor te leggen, waarin deze verklaart kennis genomen te hebben van de selectieleidraad en dat de kandidaat financieel-economisch in staat is om een lening van 4,5 à 5,5 miljoen euro toegekend te krijgen (lening wordt aangegaan door de kandidaat en dus niet rechtstreeks ten aanzien van de opdrachtgevende overheid). In een latere fase dient het concrete engagement van een erkende financiële instelling voor de financiering van het concrete project voorgelegd te worden. De kandidaat kan bij keuze voor deze hypothese voor de financiering van het project enkel nog een beroep doen op een erkende financiële bankinstelling. Indien bijvoorbeeld aannemers met een eigen 'finance' afdeling financieren, dan dient voldaan te worden aan de eerste hypothese en dient deze zich reeds in de aanvraag tot deelneming tot financiering te verbinden en de aldaar gevraagde gegevens voor te leggen. Het te gebruiken model van steunverklaring, te voegen bij de aanvraag tot deelneming, is opgenomen als bijlage 8 - model - steunverklaring bij deze selectieleidraad.
Basisdiscipline 4 - het projectmanagement
De kandidaat geeft de naam van de projectmanager op, die het projectmanagement binnen deze opdracht, zal uitvoeren. Deze projectmanager moet gedurende de laatste vijf jaar ervaring hebben met de coördinatie van een DB (design-build) opdracht, bij voorkeur van een gebouw met een publieke functie van een minimaal gelijkaardige omvang (4 à 5 miljoen euro - bouwkost en erelonen (excl. btw)). De projectmanager toont de goede uitvoering ervan aan.
Bij voorkeur hebben de architect en de aannemer in het verleden reeds samengewerkt voor de uitvoering van een DB-opdracht.
Voor te leggen documenten
De technische bekwaamheid van de kandidaat wordt aangetoond door de volgende documenten:
- m.b.t. basisdiscipline 'het ontwerpen':
 opgave van de samenstelling van het projectteam voor het ontwerpen van de opdracht, met opgave van uitgebreide cv's (met vermelding van de personalia, studiekwalificaties, beroepskwalificaties, referenties, .);
 bewijs dat er voldoende draagkracht en back-up is voor vervanging bij afwezigheid van elk lid van het projectteam;
 bewijs van inschrijving als architect op de tabel van de Orde der Architecten, dan wel de machtiging, bedoeld in artikel 8 van de Wet van 26 juni 1963 houdende oprichting van een Orde van Architecten en de activiteiten van architect wettelijk uitoefenen in de Staat waar ze gevestigd zijn;
 minstens twee referentiefiches voor publieke gebouwen van minstens een gelijkaardige omvang (4 à 4,5 miljoen euro (excl. btw)), waaronder bij voorkeur ook een school, die de architect, die de opdracht zal ontwerpen en dus ook in het projectteam is opgenomen, zelf ontworpen heeft, waarvan het model is opgenomen in bijlage 5 - model - referentiefiche 'ontwerpen' (één referentie per fiche), met getuigschrift van goede uitvoering, ondertekend door de opdrachtgever; deze attesten van goede uitvoering bevatten de identiteit van de opdrachtgever, de contactpersoon bij de opdrachtgever en contactgegevens, het bedrag, het tijdstip en de plaats van uitvoering en geven duidelijk weer of de opdracht werd uitgevoerd volgens de regels van de kunst en al dan niet op regelmatige wijze tot een goed einde werd gebracht.
De voor deze opdracht aangeduide verantwoordelijke architect moet ook feitelijk de architectuuropdracht van de in de referentiefiches opgegeven referenties zelf hebben uitgevoerd;
 aangevuld met een verdere referentielijst, bij voorkeur met getuigschriften van goede uitvoering;
 bewijs van garantie van de continuïteit van de basisdiscipline ontwerpen van de opdracht.
- m.b.t. basisdiscipline 'het bouwen':
 erkenning bouwwerken klasse 7 of andere bewijzen, waarvan sprake in artikel 70 van het KB van 15 juli 2011;
 opgave van de onderaannemers, met aanduiding van de door hen uit te voeren taken, en de erkenning waarover zij beschikken;
 referentielijst van de werken uitgevoerd gedurende de laatste vijf jaar, met vermelding van de opdrachtgever, tijdstip van uitvoering, locatie, voorwerp en waarde van de opdracht (excl. btw) (met vermelding van de relevantie voor deze opdracht), met getuigschriften van goede uitvoering;
- m.b.t. basisdiscipline 'financieren':
 ofwel verbintenis tot financiering van de opdracht, waarbij de financier ofwel deel uitmaakt van de kandidaat, dan wel als onderaannemer optreedt, zich ertoe verbindt om de opdracht te financieren, conform model - bijlage 7 - model - verklaring financier.
De financier voegt bij deze verklaring:
?omzet van de laatste twee afgesloten boekjaren;
?jaarrekeningen van de laatste twee afgesloten boekjaren;
?referentiefiche + attesten van goede uitvoering.
In het geval dat de financier een erkende financiële bankinstelling is, volstaat de verbintenis tot financiering van de opdracht en moeten deze bijlagen niet toegevoegd worden.
 ofwel een steunverklaring, conform model - bijlage 8 - model - steunverklaring, maar dus enkel indien een beroep zal gedaan worden op een erkende financiële bankinstelling, middels lening, maar deze erkende financiële bankinstelling geen deel uitmaakt van de kandidaat en evenmin als onderaannemer wenst op te treden (lening wordt dan aangegaan door de kandidaat en dus niet rechtstreeks ten aanzien van de opdrachtgevende overheid).
- m.b.t. basisdiscipline 'het projectmanagement':
 cv van de projectcoördinator, met opgave van de personalia, studiekwalificaties, referenties, .
 referentielijst met vermelding van opdrachten gedurende de laatste vijf jaar, waar de coördinatie van ontwerpen en bouwen en desgevallend financieren eveneens aan de orde was, met vermelding van de opdrachtgever, tijdstip van uitvoering, locatie, voorwerp en waarde van de opdracht (excl. btw) (met vermelding van de relevantie voor deze opdracht);
 eventueel aantoonbare eerdere samenwerking tussen projectteam en aannemer.
Een en dezelfde referentie mag worden opgegeven voor meerdere basisdisciplines.
zie supra
Vereiste erkenning: D1 (Ruwbouwwerken en onder kap brengen van gebouwen), Klasse 7
AFDELING IV. PROCEDURE
IV.1. TYPE PROCEDURE:
Onderhandeling. Gegadigden zijn reeds geselecteerd: Neen.
IV.2. GUNNINGSCRITERIA:
Economisch meest voordelige inschrijving, gelet op de in het bestek, in de uitnodiging tot inschrijving of tot onderhandeling of de in het beschrijvende document vermelde criteria.
IV.3. ADMINISTRATIEVE INLICHTINGEN
IV.3.3. Voorwaarden voor de verkrijging van bestekken en aanvullende documenten of een beschrijvend document
Termijn voor ontvangst van aanvragen voor documenten of voor toegang tot documenten: 9/6/2016 - 12:00
Tegen betaling verkrijgbare documenten: Neen.
IV.3.4. Termijn voor ontvangst van inschrijvingen of deelnemingsaanvragen: 14/6/2016 - 15:00
AFDELING VI: AANVULLENDE INLICHTINGEN
VI.5. DATUM VAN VERZENDING VAN DEZE AANKONDIGING: 12/5/2016

Annonces similaires du BDA :